Schijveneg
Niet-kerende grondbewerking verbetert bodemkwaliteit
Niet-kerende grondbewerking, een oppervlakkige bewerking van de grond, kan bijdragen aan verbetering van de bodemkwaliteit. Maar soms is een lichte grondbewerking toch nodig.
Nederlandse telers maken zich zorgen over de achteruitgang van de bodemkwaliteit, daarom zoeken ze naar andere manieren van grondbewerking. Met ploegen of diepwoelen bewerk je de grond vrij intensief. Bij ploegen keer je de grond. Niet-kerende grondbewerking (NKG) is een bewerking die veel oppervlakkiger is, of je laat grondbewerking achterwege. Voordelen zijn een betere ontwikkeling van het bodemleven, betere bodemstructuur en een betere infiltratie van het water.
Storende laag
In theorie zijn er veel voordelen, maar soms is een bewerking toch nodig, zo is te lezen in het artikel 'NKG met woelen gunstig voor gewasgroei'. Bij niet-kerende grondbewerking komen soms storende lagen voor op een diepte van 15 tot 20 cm diepte. Die kun je alleen met ploegen doorbreken.
Het ploegen heeft ook andere effecten. De infiltratiesnelheid van het vocht is wat groter. Na ploegen is de bovenlaag van de grond sneller droog en dieper in de grond is het vochtpercentage wat hoger dan bij een niet-kerende grondbewerking. De NKG heeft daarentegen veel andere positieve effecten. Je beschermt het bodemleven, waardoor de mineralisatie snel op gang kan komen.
Bodemkwaliteit
De beoordeling van de bodemkwaliteit is soms lastiger dan het lijkt. Soms lijkt de grond erg compact te zijn bij NKG: de bodemweerstand is hoog. Toch moet je die bodem niet als slecht beoordelen. Ondanks de weerstand kunnen planten de grond goed doorwortelen. Dat zie je pas als je een kluit openbreekt. Zou je alleen de bodemweerstand meten, dan komt NKG ongunstiger uit dan ploegen. Hoogstwaarschijnlijk hebben telers die niet-kerend werken in de loop der jaren een veel betere bodemstructuur zullen zien.